De Bach van de Antillen

Joop Halman Verhalen waren er genoeg, een boek en volledige uitgave van zijn muziek nog niet. Dus ging Joop Halman, hoogleraar aan de UT Twente, op zoek naar het werk van zijn betovergrootvader Jan Gerard Palm (1831-1906), de grondlegger van de klassieke muziek op Curacao. Vanavond in Den Haag presenteert hij de vruchten van zijn werk aan de koningin. ‘Een zoektocht is voltooid.’

Als een kruising tussen Tolstoj en Brahms zit hij op zijn stoel. Een man met een witte profetenbaard in een schommelstoel, geflankeerd door drie van zijn kleinzoons, componisten en musici net als hij. Joop Halman legt de foto op tafel en valt een ogenblik stil. ,,Ik vind dit een adembenemend tafereel. Jan Gerard Palm was de aartsvader van een muziekdynastie. Dat is hier voor altijd vastgelegd."
De foto stamt uit 1902, twee jaar voor de dood van Palm. Halman herinnert zich nog uit zijn jeugd de verhalen van zijn grootvader, ook al een musicus, zoals bijna alle Palms. ,,Ik kreeg pianolessen van hem. Jan Gerard Palm was zijn grootvader. Wat hij van hem had geleerd, gaf hij weer door aan mij. Ze hebben samen vaak gewandeld, die twee. Jan Gerard leunde dan met zijn hand op de schouder van mijn grootvader en trommelde met zijn vingers muziek. Mijn grootvader moest dan raden wat voor stuk hij speelde. Wat verre geschiedenis was, kwam zo opeens heel dichtbij." Lang, heel lang, was de naam van zijn betovergrootvader vooral een bron van mooie verhalen en dierbare herinneringen aan het eiland waar Halman ook zelf opgroeide. ,,Als je van zo’n eiland als Curacao komt, raak je dat nooit meer kwijt. Ik ben die band altijd blijven voelen. Deze zoektocht is daar misschien wel de uitdrukking van."
Twee jaar geleden, in het honderdste sterfjaar, kreeg hij het idee om iets met de figuur van J.G. Palm te doen. ,,Iedereen op de Antillen kende hem. Zijn stukken worden er nog steeds gespeeld. Veel familieleden na hem hebben een rol gespeeld in de muziekgeschiedenis van de Antillen. Ooit is dat allemaal met hem begonnen. Tegelijk wist ik dat er eigenlijk nog niets van zijn leven en werk was vastgelegd."
Vanuit Enschede, de stad waar hij hoogleraar construerende technische wetenschap is, begon hij aan zijn zoektocht. Een tocht die hem terugvoerde naar Curacao, naar verre en vaak stokoude familieleden van wie hij niet eens meer wist dat ze bestonden. Van de 181 werken waarvan hij wist dat Palm ze had geschreven, vond hij er uiteindelijk 147 terug. ,,Alleen een tante in Spanje had er al zestig. Haar moeder was pianiste en had ze altijd bewaard. Het merendeel is echter sinds het moment van hun ontstaan nooit meer in het openbaar te horen geweest. Als je ze speelt, is het alsof een dode ineens tot leven komt."

Het oeuvre van Palm, pianist en organist op Curacao en kapelmeester van de Stedelijke Schutterij op het eiland, omvat veel gelegenheidsmuziek: dansen voor de grote feesten op het eiland, marsen voor de militaire kapel, orkestwerken, kerkelijke liederen en orgelstukken en een groot aantal composities voor piano. Bij muziekuitgever Broekmans & Van Poppel in Amsterdam verschijnen die nu voor het eerst in druk. Samen met zijn neef uit Venezuela, de pianist Robert Rojer, schreef Halman bovendien een boek over het leven en het werk van zijn overgrootvader. ,,Ik ben geen musicoloog, maar met zijn hulp heb ik de klus geklaard. Muzikaal gezien was hij een zeer vernieuwende figuur. Curacao was een smeltkroes van culturen. Die hoor je allemaal in zijn muziek terug: de Europese traditie die hij kende van de musici die het eiland bezochten, de Zuidamerikaanse ritmes en zelfs de Afrikaanse muziek die met de slaven was meegekomen. Zijn muziek zit vol met gewaagde dissonanten, wat in die tijd bepaald niet gebruikelijk was. Hij voerde daar zelfs uitgebreide polemieken over met collega’s. Die haalden af en toe zelfs de krant."

Ook de persoon Jan Gerard Palm kreeg dankzij zijn speurwerk meer reliëf. ,,Hij zat als een spin in het web van het muzikale leven. Iedereen kende hem. Hij was een extraverte, vrolijke figuur, met een open, eigenlijk oecumenische kerkopvatting. Palm speelde het klaar om zowel organist te zijn in de protestantse kerk, als in de synagoge en de vrijmetselaarsloge. Dat deden weinigen in die tijd hem na."
Bovenal echter was Palm een groot liefhebber van vrouwen. Op Curacao stond hij bekend om zijn gevatte 'piropa’s', galante toespelingen op het alom aanwezige vrouwelijk schoon. ,,Hij trouwde drie keer en had negen kinderen. Drie van hen kreeg hij op late leeftijd, na zijn huwelijk met Amalia, een vrouw uit Venezuela die hem kwam verplegen nadat hij in het rif-bad zijn been had gebroken. Al spoedig componeerde hij allerlei stukken voor haar. Ook zijn kinderen bedacht hij met composities. Miniatuurtjes, zoals Kleine Jan en Kleine Frits: anecdotisch en vol herinneringen, zoals aan de eerste fietstocht van Frits door Willemstad."

Tijdens het herdenkingsconcert vanavond in Diligentia neemt koningin Beatrix het boek, de cd en de bundel met composities van Palm in ontvangst. Ook de minister-president van de Nederlandse Antillen is aanwezig, net als monseigneur Karel Kasteel uit het Vaticaan, zoon van een voormalige gouverneur van de Antillen.
,,Ik ben heel blij dat zover is gekomen. Een zoektocht is voltooid. Tegelijk weet ik dat het werk verder zal gaan. Er komen nog meer concerten. Jan Gerard Palm inspireert mij nog dagelijks. Mijn grootvader zei altijd dat hij - naast de muziek - zoveel wijze lessen van hem had gekregen, bijvoorbeeld over de vraag hoe je gelukkig zou kunnen zijn. Als ik zie hoe gelukkig mijn grootvader zelf was, denk ik: van die man kunnen we nog een hele hoop leren."

Herman Haverkate