![]() |
Palm Music Foundation
|
Jules François Blasini (Curaçao, 2 februari 1847 – Curaçao, 26 december 1887) werd geboren als zoon van Maria Elizabeth Leon uit Curaçao en de Corsicaan Jean Blasini. Jean Blasini was destijds consul van Frankrijk op Curaçao. Later zou hij zijn consulaat overdragen aan zijn enige zoon Jules.
Jules Blasini behoort zeker op de shortlist van Jan Gerard Palms meest getalenteerde muziekstudenten. Op aanbeveling van graaf Felix Baciocchi, directeur van het theater aan het Franse hof, werd Blasini in 1865 toegelaten tot het Conservatoire de Paris. Hij werd leerling van Georges Mathias, die zelf les kreeg van Frédéric Chopin. Blasini verliet het Conservatoire de Paris in 1866 en keerde terug naar Curaçao, waar hij een gevierd pianist werd, bekend om zijn uitstekende pianotechniek. Blasini was in 1878 een van de oprichters van het eerste symfonieorkest van Curaçao. In dit orkest nam hij de pianopartij voor zijn rekening nam. Blasini heeft zich ook onderscheiden als een getalenteerd componist. Zijn composities getuigen van een bijzondere verfijnde elegantie, gecombineerd met een subtiel ritmegebruik.
Jules Blasini's eerste bijdrage in het culturele tijdschrift Notas y Letras (Muzieknoten en literatuur) dat van 1886-1888 verscheen droeg hij op aan Ernesto Römer, de redacteur van dit tijdschrift. De titel van de danza ¡Tú lo has querido! (= Dit wilde je!) verwijst waarschijnlijk naar een verzoek van Ernesto Römer om een compositie in te sturen voor publicatie in Notas y Letras.
Blasini droeg zijn danza Los ojitos de una Mexicana (= De ogen van een Mexicaans meisje) op aan Leonor Azuaga. De inspiratie voor deze danza, die Blasini in 1886 componeerde, kwam toen een reizende theatergroep Curaçao bezocht. Leonor Azuaga was een van de actrices en Blasini was blijkbaar volledig gefascineerd door haar prachtige donkere ogen….
De danza ¿Por qué no? werd door hem opgedragen aan Josephine Boomgaart, een dochter van Andries Boomgaart en Maria Elisabeth Agostini. Net als Blasini had ook Josephine Boomgaart Corsicaanse roots. Uit het programma van een concert dat plaatsvond op 22 december 1886 in Salon Capriles blijkt dat Jules Blasini en Josephine Boomgaart de Fantasie voor piano vierhandig van de broers Billema uit Verdi’s Opera Ernani speelden.
Naast danzas publiceerde Blasini ook een van zijn walsen in Notas y Letras. De wals El Ramo de Milflores (= De tak met duizend bloemen) is opgedragen aan Carolina Victoria de Pool, een zus van John de Pool, die in Latijns- en Midden-Amerika bekend werd met zijn boek Del Curazao que se va (= Over het Curaçao dat vervaagt).
De titel van zijn danza ¿Para cuál de las tres? (= Welke van de drie?) verwijst naar drie jonge dames die bezoek kregen van een heer die het huis van de familie Chapman op Curaçao frequenteerde. De drie zussen Estela, Josefina en Elodia Chapman leefden in dit huis in een onbetwiste staat van kuisheid. De 19e-eeuwse gemeenschap op Curaçao was bijzonder nieuwsgierig om te weten te komen voor welke van de drie dames deze bezoeken bedoeld waren….
Blasini droeg zijn danza Sombras Queridas (= Geliefde Schimmen) op aan de nichten Lelia en Rachel Capriles. Het is het enige lied dat in Notas y Letras werd gepubliceerd. Zowel Lelia als Rachel waren begaafde zangeressen die talloze optredens gaven op Curaçao. Ze daarbij aria's uit opera's zoals La Traviata van Verdi en Lucia di Lammermoor van Donizetti. Lelia en Rachel werden bij die gelegenheden aan de piano begeleid door Jules Blasini. Blasini schreef dit tweestemmige lied in 1887, slechts een maand voordat hij op veertigjarige leeftijd zou overlijden.
![]() |
Stichting Palm Music Foundation info@palmmusicfoundation.org KVK nummer: 34302157 ANBI RSIN: 819424432 |
over Jan Gerard Palm over Jacobo Palm over andere componisten |
bestuur Palm Music Foundation privacy & cookies herroepingsrecht |